Handboog Schutterij Hilversum

Beginners cursus handboog schieten

Je gaat boogschieten! Hier kun je je alvast wat inlezen over wat je te wachten staat tijdens de cursus en kan je wat extra informatie vinden die je misschien al een vliegende start kunnen geven!

Welkom bij de HSH

Beste cursist. Je gaat binnenkort beginnen met je beginnerscursus handboogschieten. Op deze pagina kun je alvast wat algemene informatie vinden over hoe de onderdelen van een boog heten, welke stappen er zijn om een pijl veilig naar het doel te kunnen schieten, welke veiligheidsmaatregelen je voor jezelf en anderen moet nemen en welke (veiligheids)regels er zijn. 

De cursus is op woensdagavond van 20:30 tot 22:00. Zorg dat je ongeveer een kwartiertje vantevoren aanwezig bent om je boog op te bouwen en je warming up te doen, dan kunnen we met zijn allen op tijd beginnen. 

De cursus in vogelvlucht

Wat gaan we doen?

Voor de beginnerscursus gaan we je leren schieten volgens de ‘Olymische recurve’ klasse. Dit betekent dat je gaat leren schieten met een vizier en stabilisatie. Op de eerste cursusavond doen we voor hoe je moet staan, hoe je de pijl plaatst, hoe je je boog en de pees vastpakt en hoe je dan de pijl uiteindelijk weg moet schieten. 

De cursus is zo opgezet dat het niet erg is als je een keer een les mist doordat je op vakantie gaat of een keer niet lekker bent. Zorg wel dat je in ieder geval de eerste twee lessen aanwezig bent. 

Er zal ook een les in het teken staan van de andere boogklassen en kun je voor sommige klassen ook zelf even proefschieten om te kijken wat je het leukste vindt. 

Aan het einde van de cursus bepalen de trainers of het veilig genoeg is om je met een pijl en boog in de vereniging los te laten. Je krijgt dan een certificaat waarmee je bij ons, maar ook bij andere verenigingen, kan aantonen dat je de beginnerscursus met succes hebt afgerond.

Waarmee gaan we het doen?

Als je begint heb je natuurlijk nog geen eigen boog. De vereniging heeft cursus bogen, pijlen en stabilisatie beschikbaar voor je voor de duur van de cursus. Als de cursus is afgelopen mag je nog een maand kosteloos met het clubmateriaal op de club komen schieten. Daarna kan je, als je besluit lid te worden, alsnog cursusmateriaal bij de vereniging huren tegen een kleine vergoeding. 

Naast de pijl en boog (en alles wat daarop hoort) heb je ook (persoonlijk) beschermingsmateriaal nodig. Dit krijg je bij aanvang van de cursus uitgereikt en mag je houden. In je pakketje beschermingsmateriaal vind je een (vinger)tab, een armbeschermer, een sling en een elastiek zodat je ook thuis kan oefenen (mocht je dat willen). Vrees niet, we komen er later allemaal op terug wat het allemaal is en waar het allemaal voor is. 

Vergeet niet je pakketje elke cursusavond mee te nemen!

TIP!: Neem een schriftje en iets om te schrijven mee of maak alvast een notitieblad in je smartphone om wat aantekeningen te maken!

Eerst even dit: Regels en veiligheid!

We moeten het er even over hebben: Regeltjes en veiligheid. 

Een handboog (zelfs het clubmateriaal) is uiteindelijk wel een gevaarlijk sportartikel. Daarom zijn er een paar dingen waar we even voorzichtig mee moeten zijn:

  • Er mag alleen een pijl op je boog als je op de schietlijn staat.
    • Alleen als er zich niemand tussen de schietlijn en het doel bevind.
  • De punt van je pijl, als je op de schietlijn staat, mag alleen naar het doel wijzen. 
  • Trek een boog nooit uit, zonder dat er een pijl op ligt.
    • Dit geldt zowel op de schietlijn als ergens anders!
  • Draag geen open schoenen.
  • Niet rennen op en rond de baan.
  • Luister altijd naar de instructies van de trainer.
  • Bogen en pijlen mogen niet in de kantine.
 
Gebruik verder altijd je persoonlijke beschermingsmiddelen (armbeschermer (!), tab en sling), zodat je zelf ook heel blijft. Een paarsblauwe arm omdat je pees daar tegen aan is gekletst is een leuke topic starter aan de koffietafel, maar is verder echt niet prettig om mee te maken. 
 
Kleding:
Draag niet al te loszittende kleding, maar wel iets waar je lekker in kan bewegen. Draag ook geen open schoenen! Zorg ook dat je geen kleding met leuke touwtjes (bijvoorbeeld een hoody) aandoet, want dat zou verstrikt kunnen raken in de boog. Neem als je lang haar hebt een elastiekje of een clip mee om je haar bij elkaar te kunnen binden, zodat dat ook niet tussen de pees (en dus op de grond) eindigt. 
 

Je kan met een hoofddoekje op overigens prima schieten! Dat zit helemaal niet in de weg. 

Als we met zijn allen hier een beetje om kunnen denken, dan is het voor zowel jezelf als de mensen om je heen volkomen veilig om de handboogsport te beoefenen. 
 
 

What's in a name: Hoe heet wat op je boog

Onderdelen van de (recurve) boog

Onderdelen van een pijl

Beschermingsmateriaal

 

 

Tab

Je tab is een moderne versie van een leertje om je vinger tegen het snijden van de boogpees te beschermen. Tegenwoordig zit dat leertje bevestigd aan een frame waarop een bevestigingslus, een vingerspreider en een haak om je pink op te leggen bevestigd zijn. Een tab beschermt niet alleen je vingers, maar helpt je ook een consistente schietpositie te vinden.



Armbeschermer

Eén van de meest voorkomende blessures bij beginnende schutters is een pijnlijke blauwe plek daar waar de boogpees je arm raakt. Het is natuurlijk niet de bedoeling om je arm te raken, maar als je nog even aan het uitzoeken bent hoe dat schieten ook weer werkt, dan wil dat nog wel eens misgaan. De armbeschermer is dan je redder in nood. Draag hem daar waar je tegen je arm schiet als je NIET zo netjes schiet. 

 

Sling

We gaan alvast een beeeetje techniek verklappen: Je houdt een boog niet vast, maar je duwt hem van je af. Om te voorkomen dat je boog iedere keer als je een pijl lost uit je hand springt en op de grond beland, maken we een klein hekje tussen je duim en je wijsvinger, waar hij door tegengehouden wordt als hij er vandoor wil. Dat hekje heet een vingersling. 

Eindelijk... Schieten!

Het basisschot

Op deze cursus leren we je in eerste instantie schieten volgens de ‘Olympic Recurve’ klasse. Dit betekent dat je gaat schieten met vizier en stabilisatie. Vanuit deze stijl kan je het makkelijkst overstappen naar een andere stijl als die je meer aanspreekt. Op de eerste cursusdag nemen we de basis stappen om een pijl weg te schieten met je door. Mocht je je vast in willen lezen of tijdens de cursus nog even terug willen lezen, download dan hieronder de PDF(s) met de officiële leskaarten van de KHSN, waarin het basisschot helemaal uitgediept staat.

Oefenen met elastiek (voor thuis)

In deze leskaart kan je zien hoe je thuis je schot kan trainen met behulp van een elastiek.

Schieten met de clubboog (Op de club)

In deze leskaart kan je zien welke stappen er in de basis zijn voordat je je pijl veilig kan lossen.

Staan

Plaats je voeten links en rechts van de schietlijn, zodat je haaks op je doel staat. Je voeten moeten ongeveer onder je schouders staan of een heel klein beetje wijder. 

Zorg dat je knieën niet op slot staan.  Het kan helpen je voeten naar buiten te draaien, terwijl je je schoenen op hun plek laat staan. Met deze spanning haal je je knieën van het slot en kantelt je bekken iets naar voren. Dit is de meest stabiele basis om de rest van je schot bovenop te bouwen. 

Hou je rug recht en ontspan je schouders. Het moet voelen alsof je aan een haakje aan je kruin omhoog getrokken wordt. 

Verplaats je gewicht net iets naar voren, tot je voelt dat je grote tenen ‘mee gaan doen’

Een pijl plaatsen

Let bij het plaatsen van een pijl er goed op dat hij op het haakje van de oplegger ligt, dat je de nok op het nokpunt tussen de markeringen plaatst totdat hij hoorbaar klikt. 

De afwijkend gekleurde veer (haneveer) moet van de boog af wijzen (anders komt hij tegen je boog en laat hij de pijl van zijn pad afwijken). 

Houdt je boog wel recht als je een pijl plaatst. Wel zo sociaal voor je buurman of buurvrouw!

Plaatsen van je vingers

Plaats je wijsvinger boven de pijl, en je middel- en ringvinger eronder. Je pink mag niet meedoen in dit spelletje. 

De pees moet in de groeven achter je eerste vingertop vallen. 

Zorg dat je met je wijsvinger en je middelvinger de pijl niet vastknijpt, maar de pijl de ruimte geeft om weg te vliegen als je loslaat. 

Plaatsen van je booghand

Plaats je hand een beetje in een hoek tegen de boog. Het drukpunt moet net onder het zachte stukje tussen je duim en wijsvinger liggen, in het verlengde van je spaakbeen. 

Houdt je vingers ontspannen en houdt de boog niet vast (want: je hebt een vingersling!). Je vingers mogen niet om de boog heen krullen. Als je in de verleiding komt om toch je boog te grijpen kan je je vingers naast je boog ‘verstoppen’. 

Zorg dat je je pols niet in bochten wringt, maar dat je boog zich lekker in je hand nestelt. 

Voorspanning geven

Door een beetje voorspanning te geven borg je de positie van je booghand en zet je je boogschouder in de goede uitgangspositie om straks je boog uit te trekken. 

Draai je onderarmen zo, dat je je boogarm uit de weg van de pees draait, en dat pees in de trekhand vertikaal komt te staan. 

Uittrekken van de boog

Trek met gestrekte boogarm de boog omhoog met je trekhand. De schouder van de boogarm moet zo weinig mogelijk spierkracht leveren. 

Hou bij het uittrekken de romp stabiel. Het is verleidelijk om achterover en/of opzij te gaan hangen. 

Om de boog uit te trekken, span je de rugspieren tussen het schouderblad van je trekarm en de wervelkolom aan. Je armen doen zo weinig mogelijk mee. 

Uittrekken en ankeren

Trek de pees recht richting je gezicht. Je gebruikt hiervoor bijna alleen de rugspier tussen het schouderblad van je trekarm en de wervelkolom.  

‘Ankeren’ is het plaatsen van de pees op vaste punten op het gezicht. De pees raakt het puntje van de neus, en loopt midden over de kin. Je wijsvinger sluit aan bij je onderkaak.

Uitlijnen en richten

Kijk of je pees over het midden van je boog loopt. Zet de richtpin daar waar je je pijl wil hebben (vaak, maar niet altijd, het midden van de schijf). 

Focus op het doel, niet op de richtpin. Dat betekent dat je moet proberen het doel scherp te zien. De pin is dan meestal iets wazig. 

Lossen

Terwijl je richt trek je een heel klein beetje (1 a 2 millimeter) door, totdat je de pees loslaat. Als het goed is zitten je kin en neus in de weg, dus heel ver doorbewegen gaat sowieso niet. 

Het loslaten van de pees is niet een actieve actie, maar is het moment dat je stopt met de pees vast te houden. Als alles goed staat schiet je hand een klein stukje naar achteren en zijn de vingers van je trekhand ontspannen.